- Mijn
reis
- Uw
reis
- Hun
reis
-
Foto's
(21)
|
Datum: 16 februari 2007
Kilometerstand: 24.236
- Dagboek -
Ik vertrek. Ik schrijf
iets in het gastenboek van ‘La Cueva’, geef mijn Aymara
kookstelletje aan Jorge en stuur de brom richting Ruta 9. Ik rij
langs de Rio Santa Cruz naar de Atlantische oceaan tot Comandante
Luis Piedra Buena. De volgende ochtend stop ik iets buiten Com. P.B.
om benzine te tanken en ik zie een motor met een Colombiaans
kenteken. We maken een praatje en ik noteer het adres van Randy
Hurtado in Cali. Altijd handig voor later. Ik heb de wind mee en met
65 km/uur huilt het motortje als een Messerschmidt. Er is behoorlijk
wat verkeer op de Ruta 3, die van Buenos Aires naar Rio Gallegos
loopt. Veel vrachtwagens en toeristen. Ik stop in Tres Cerros, maar
alle kamers in het hotel zijn geboekt. Ik loop naar de politiepost
en vraag of ik daar kan slapen. Ze hebben een beschut plekje voor
mijn tent. Ook goed. In het hotel is het een grote chaos van
gestrande reizigers; ik koop chips, pinda’s en een grote bier en
aanschouw de wanorde. Ik slaap goed, hoewel ik elke drie uur mijn
luchtbed moet bijblazen, want er zit ergens een lek.
Datum: 18 februari
2007
Na 40
kilometer stopt de brom. Benzine op! Ik dacht dat er nog een
litertje of vier in de tank zat, maar niet dus. Het is 50 km heen en
50 km terug naar de Bosques Petrificados en dan naar Pico Truncado,
want in Fitz Roy is geen benzinestation. Ik besluit het erop te
wagen en ga linksaf over rippelripio naar de versteende bossen. Het
eerste deel is het landschap even saai als de ruta 3, maar na 20
kilometer wordt het gaandeweg anders. Ik maak een tussenstop bij
camping ‘La Paloma’ en vervolg mijn weg. Opeens bevind ik mij in een
bizar prehistorisch landschap, waar Steven Spielberg zo een nieuwe
aflevering van Jurassic Park kan filmen. Gedoofde vulkanen, een
drooggevallen meer en gekleurde heuvels aan de horizon. In het park
loopt een wandelroute langs
immense
versteende boomstronken van 30 meter lang en een diameter van 2,5
meter. De grond is bezaaid met stenen houtsnippers. Aan de
parkwachters vraag ik of ze een paar liter benzine voor me kunnen
regelen en ik wacht af, terwijl ik mijn middageten verorber. Maar er
gebeurt niets en ik vertrek na drie kwartier naar camping Paloma.
Misschien dat zij mij kunnen helpen. Ik drink daar een bier en klets
met het vrouwtje van de camping. Benzine heeft ze niet, maar ik kan
wel slapen in een gebouwtje, waar ook douches zijn. Ik hoop dat er
een toerist langskomt die wat benzine kan missen. De volgende dag
verken ik te voet de omgeving van de camping, altijd interessant.
Maar geen toerist te zien. Maar de tweede dag komt de mevrouw naar
me toe en haar man heeft benzine, van de generatorset. Mijn tank
wordt gevuld en ik kan verder. Ook weer opgelost.
Er staat een matig windje, van links, maar na Fitz
Roy wordt het erger. De brom komt met moeite vooruit. Ik maak een
tankstop in Pico Truncado en besluit om door te rijden tot Las
Heras. Ik heb inmiddels de wind pal tegen en kom niet meer boven de
30 km/uur. Dan ervaar je hoe leeg, groot en verlaten Patagonië is.
In Las Heras de tent opgezet en ik ben de enige gast op de
camping.
Het is weer tijd voor een inspectie van de brom.
Cilinder en uitlaat eraf, boel schoongemaakt en de koolaanslag
verwijdert. Alles gemonteerd en hij knettert weer. Met brood en
beleg voor onderweg, vertrek ik naar Perito Moreno. Onderweg zie ik
veel gordeldieren, een vos die aan een dode vicuña knabbelt en
ja-knikkers, want er wordt hier olie gewonnen. Ik rij het hele eind
in z’n twee en na 192 km kom ik om 21.00 uur in Perito Moreno aan,
waar ik direct naar camping Vial rijd om dezelfde kamer te betrekken
als twee weken geleden.
Patagonië is de komplete leegte, heel veel wind, een grote
woestijn, waar kilometers niet tellen. De teller van de brom staat
op 24.236; ik heb in die twee weken 2.350 km gereden. Niet
slecht.
>> naar Chili - de
Carretera Austral
|