Parque Talampaya

Ischigualasto, Talampaya en verder naar Cachi

  - Mijn reis

  - Uw reis

  - Hun reis

  - Foto's (60)

 

 

 

Datum: 27 april 2007
Kilometerstand: 27.468 


Zo, dan kunnen we nu verder. Al met al ben ik 13 dagen in de weer geweest om de brom weer leven in te blazen.

Even een kijkje nemen in La HolandaDertig kilometer na Mendoza sla ik rechtsaf naar Lavalle. Op de kaart had ik gezien dat iets verder Holanda ligt en natuurlijk wil je dan zien hoe dat eruit ziet. Het stelt niets voor. Het is geeneens een dorp, maar een stoffige weg met hier en daar een hutje. Via het Reserva Telteca, een weg door de middle of nowhere, rij ik in de schemering naar Caucete, iets voor San Juan. Het is inmiddels bijna herfst en de avond valt elke dag iets vroeger. En voor de tweehonderd-en-een-en-dertigste keer ga ik weer op zoek naar een hotel en een avondmaaltijd.

Difunta Correa: pelgrimsoord voor dromers Onderweg naar San Agustin del Valle Fertil breng ik een bezoek aan Difunta Correa. Argentijnen uit het hele land bezoeken dit pelgrimsoord om een wens te doen. Dat kan alles zijn, als je de wens maar tastbaar maakt. Dat wil zeggen, je maakt een kopie van je wens: een huis, motor, been, auto, of wat dan ook en zet dat in het oord neer. Met als gevolg dat over ettelijke vierkante kilometers de plek bezaaid is met mini wensen.

Als ik 80 kilometer verder, in de wegkant aan het fotograferen ben, stopt er een motor. Het is Tim van Maldegem op zijn Yamaha XT 600 Ténéré, die ik eerder in El Chalten heb ontmoet. Met Tim reizen twee Belgische vrienden, Stijn en Lot en die blijken in Rotterdam Spangen te wonen! De wereld is klein. We spreken af in San Agustin. Als ik daar aankom rij ik Tim en Stijn bijna letterlijk tegen het lijf en zij wijzen de hospedaje waar ze verblijven. Een toffe plek, met een binnenplaats met veel planten en zitjes en dat voor 10 pesos (2,50 euro). De komende dagen trekken we met elkaar op, vieren mijn verjaardag (en ik koninginnedag) en bezoeken met de Peugeot 405 van Stijn en Lot Vreemde bollen in Parque Ischigualasto het Parque Ischigualasto. Vreemde rotsformaties, fossielen, rode, grijze, groene bergen, het is een groot prehistorisch pretpark voor dinosaurussen.
Na San Agustin bezoeken we Parque Talampaya. Een kloof met loodrechte wanden van 80 meter, rood en roze van kleur. Met een gids en op fietsen van het park maken we een vermoeiende tocht door het rulle zand van de canyon. De dag eindigt in Villa Union, waar de volgende dag onze wegen scheiden.

Een spinnetje Ik rij door een vreemd landschap met veel cactussen naar Chilecito en door naar San Blas. Onderweg bezoek ik ruines, maar die stellen niets voor. Argentijnen hebben het ziet zo op de oude cultuur. Alleen de terrassen van Quilmes zijn het bezoeken waard, maar daar zal het biermerk Quilmes wel achter zitten. In San Blas drink ik een bier en te moe om nog iets te eten, duik ik vroeg onder de wol.

Na San Blas blijf ik op de Ruta 40 en het landschap is weer anders, maar evengoed indrukwekkend met bergen, valleien en droge rivierbeddingen. Tegen de middag ben ik in Belén, waar ik een Engelsman, ook op een Yamaha XT 600 Ténéré, ontmoet. Fergyl is van plan naar Colombia te rijden, maar heeft tot nu toe alleen maar pech gehad met zijn motor. Ik betwijfel of hij ooit zijn bestemming zal bereiken. Ik rij nog 200 km verder en stop in Santa Maria de Yokavil.

IndiaanIk koop, na de vele lekke banden, een nieuwe binnenband en pak mijn biezen om naar Cafayate te trekken. Het wordt langzaamaan steeds Indiaanser: huisjes van adobe, mannen en vrouwen met indiase gezichtstrekken, rode pepers.
In en rond Cafayate groeien de wijnranken op zo’n 1800 meter. De lucht is hier helder, het is overdag warm en ’s nachts fris. Een ideaal klimaat om goede wijnen te produceren. Ik koop een Etchard Pinot Noir om die in de avond in hospedaje ‘Rusty-K’ op te drinken.

Het is koud en grijs als ik na twee dagen Cafayate verlaat. Ik rij door een heel breed dal, waardoor de rivier stroomt, die zorgt dat er leven is. Elk uur verandert het landschap en als ik denk de laatste kilometers naar Cachi af te raffelen heb ik weer een lekke band. Het begint te schemeren en ik kies ervoor om te overnachten in Seclantas. Dat blijkt een goede keus, want dit dorpje is nog geheel intakt. Geen reclames aan de gevels, mooie oude witgeschilderde panden, een prachtige kerk en een knusse hosteria. De kok van ‘La Posta’ kookt traditionele streekgerechten en ik eetVoordat de zon achter de horizon verdwijnt:een lekke band. Op de achtergrond links ligt Seclantas. die avond een choclo (gevulde soep), een tamale en als toetje een plak geitenkaas met jam en walnoten. De volgende ochtend maak ik de ronde door het dorp en wandel een pad het dorp uit. Allerlei soorten kolibri’s fladderen rond de bloemen in de bomen en ik snuif de zuivere lucht op. Weer eens wat anders dan koolmonoxide. Met de gereedschapset en een fles water als enige bagage, trek ik er ’s middags op de brom op uit. De pas over naar het nationale park ‘Los Cardones’. Duizenden cactussen, waarvan sommigen zes meter hoog, domineren het landschap. Nadat ik beland in een soort maanlandschap, keer ik terug naar Seclantas om in de comedor te genieten van een cazuela de cabrito.

Het landschap in Parque Los Cardones

Datum: 11 mei 2007
Kilometerstand: 29.002
 

De kilometerteller is stuk. Hij blijft hangen op 29.005, maar de snelheidsmeter doet het nog wel. Ik neem afscheid in Seclantas en ga voor de laatste kilometers noordwaarts: Cachi. Tof hotel gevonden, De foto uit 1994 en de situatie in 2008 midden in het centrum en met een binnenplaats. Daar sleutel ik weer aan de brommer, want het apparaat is niet vooruit te branden. Waarschijnlijk vanwege de hoogte (ijle lucht). Veel haalt het allemaal niet uit want de Yamaha blijft de komende dagen slecht tot heel slecht presteren. Cachi is tamelijk toeristisch en terecht. Een dorpje waar de tijd heeft stil gestaan. De mooie kerk aan het plaza is oogverblindend wit in de felle zon en het museum is de moeite waard. Veel mooie voorwerpen uit het oude Incarijk, dat tot hier zijn invloed heeft doen gelden. Ik maak een foto van de binnenplaats met de foto die ik in 1994 heb gemaakt. De grote cactus van 1994 is verdwenen en volgens de suppoost duurt het 30 jaar voordat de cactus, die er nu staat, weer zo hoog is.

Ik bezoek Cachi Adentro en ga op zoek naar de ruines van Pepers liggen te drogen in de zon ‘Las Pailas’, een nederzetting van de Diaguita indianen. De weg stijgt tot zo’n 3.000 meter en het laatste stuk loop ik, zoekend en naar lucht happend, naar de plek waar de ruines zouden moeten zijn. Ik moet heel goed kijken om iets te ontdekken wat door mensenhanden gemaakt of aangelegd is. Ook hier is te zien dat Argentinie niet veel geeft om zijn oude cultuur. Op de velden langs de weg liggen rode pepers te drogen en de vallei is prachtig met veel grote cactussen en bergtoppen met sneeuw tegen een knalblauwe lucht.


>> Argentinië - terug naar San Rafael


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

©  2008 - El Rey del Ripio

 This Web Page Created with PageBreeze Free Website Builder