- Mijn
reis
- Uw
reis
- Hun
reis
- Foto's (43)
|
Datum: 23 januari 2007
Kilometerstand: 20.645
Na El Maiten rij ik 45
kilometer over de ripio om vervolgens de asfaltweg naar Bariloche op
te draaien. Ik heb dan de laatste dagen 700 kilometer geripiood en
ben van het spul gaan houden. De eerste 10 kilometer van de dag
vervloek je het, maar daarna wil je niet anders. Het houdt je geest
soepel en het sloopt je brom, wat wil je nog meer.
Ik arriveer
dinsdagmiddag in Bariloche en zet mijn tentje op. Camping Suizo,
klein en knus, aan het meer Gutierrez. De volgende dag maak ik een
toertje in de omgeving en geloof het of niet.... kom ik mijn broer
en zijn vrouw tegen. Op de fiets!
Zij komen uit Puerto Montt, Chili
en gaan naar Santiago fietsen. Ik rij met ze op naar de camping en
ga op onderzoek uit naar een restaurant om deze hereniging te
vieren. Restaurant Cassis is afgehuurd door een gezelschap en laat
geen andere gasten toe. Naast de camping ligt het Arelauquen
Golf & Villa Resort en er staat een bord dat er een restaurant
is. Ik informeer bij de beveiliging aan de entree van het park en
eten voor drie personen is geen probleem. De reservering wordt
gemaakt, maar we moeten niet later dan 22.30 uur verschijnen. Ik
rij terug naar de camping en haal Kees en Els op. Weer naar het park
en we krijgen een plattegrond waarop aangetekend wordt hoe we het
restaurant kunnen bereiken. Het is aardedonker en we rijden
verkeerd. Zoeken, weer op het kaartje kijken en na veel heen en weer
gerij
bereiken we (veel te laat) bij het restaurant. Maar dat is
hier geen probleem. Het restaurant blijkt het super-de-luxe clubhuis van
de besloten golfclub te zijn en we worden als vorsten ontvangen.
In Nederland word je in zo'n gelegenheid minachtend weggekeken, maar hier
gelden andere regels. De wijn is perfect, het voorgerecht is
perfect, het hoofdgerecht zalig, het toetje een kunstwerk en de
meisjes van de bediening allerliefst. Waanzinnig om op zo'n plek met
Kees en Els het feestje te vieren. Om 01.30 uur reken ik 260 pesos
af en voldaan rijden we langs kapitale villa's terug naar
de camping. Gewoon slapen in het
tentje. Bariloche is
de lelijkste stad van Argentinië, maar de omgeving lijkt een
beetje op de Alpen. Veel gezellige Tiroler architectuur,
chocoladewinkels en hotels.
Het is nog 1300 kilometer naar El Calafate,
mijn volgende bestemming.
Datum: 28 januari 2007
Kilometerstand: 20.950
- Dagboek -
El Bolson is
gezellig. Veel mensen op straat, hippies die snuisterijen verkopen
en het is de week van het festival van de 'lupillo' (hop). Het hostel is ook
gezellig: voor 20 pesos met vier man op een kamer. Na een rondje
door het dorp, keer ik terug naar mijn hostel en daar word ik
uitgenodigd door Peter Baird, een Kiwi die met een dikke KTM 950
over het continent raast. Hij heeft twee exotische biertjes gekocht
(met pepertjes), die niet te drinken zijn en ik krijg er een
aangeboden. Thanx Peter! 's Avonds drinken we echt bier in Bar 1915,
met live tango muziek: 'Volver', 'La Cancion de Buenos Aires' en 'El
Dia que me Quieras' - ik zing ze allemaal mee. De volgende dag
vertrekt Peter naar Bariloche en ik ga op zoek naar onderdelen:
spaken, bougie, tandwielen, olie en handschoenen. In de eerste
winkel vind ik de spaken, handschoenen en olie, maar niet de juiste
tandwielen. In de tweede winkel heb ik geluk: een tandwielset met
ketting voor een Yamaha V80: 13 voor en 38 achter, precies wat
ik nodig heb. Ik ga terug naar het hostel en demonteer de oude
tandwielen. OEPS! Het voortandwiel mist vijf tandjes! Ik monteer de
nieuwe set en constateer dat ik op het juiste moment ingegrepen heb.
Dat had niet lang goed gegaan op de meedogenloze steppen van
Patagonië. Terug in de winkel koop ik ook een nieuwe fietstas, want de oude weekendtas is
geheel versleten. Het roestvrijstalen rek voor, dat ik in Nickerie
heb laten maken in de werkplaats van Van
Dijk, verbuig ik met de hand, zodat de nieuwe fietstas er op
past. We're ready to roll!
Datum: 31 januari 2007
Kilometerstand: 22.510
- Dagboek -
Na twee espresso's
en twee croissants (media lunas) vertrek ik richting Esquel. Ik
bewonder onderweg Lago Puelo en mis ergens een afslag, want ik
bevind me opeens in Cholila. Na 70 kilometer omgereden te hebben,
kom ik weer op de doorgaande weg naar Esquel. Een straffe wind steekt
op, maar de brom snijdt er doorheen. Om 20.30 uur arriveer ik in
Esquel. Ik rij naar het VVV kantoor, waar ze een kamer voor me in
hotel Cisne reserveren. Maar als ik daar aankom is de kamer al
vergeven. Dan maar naar de camping. De volgende dag pleeg ik wat
onderhoud aan de brom en ga in de middag op pad naar het
wintersportcentrum La Hoya. Elf kilometer in de eerste versnelling
omhoog. Het is prachtig weer, een strakblauwe hemel en uitzicht op
de witte toppen van de cordillera.
Terug in Esquel het station bezocht waar ‘La Trochita’ vertrekt:
een stoomtreintje dat op 75 cm smalspoor met toeristen naar
Ingeniero Jacobacci rijdt en weer terug. Ik koop een kaart van
Patagonië en Tierra del Fuego en na een ‘Otro Mundo’ biertje
verblijf ik de rest van de avond op de camping.
Vandaag ga ik het nationale park Los Alceres
bezoeken. Na 30 km arriveer ik bij de entree van het park: ik betaal
12 pesos voor twee dagen en rij
kris kras door het park, een weggetje links, dan weer
eentje rechts. Puerto Limonao, Lago Krüger, onderweg pootje baden en
na een geslaagde dag terug naar Esquel. Een beetje toeren op de brom
is een stuk relaxter als je geen bagage bij je hebt. Na een
colaatje, een eenvoudig avondmaal bij de tent: broodje, kaasje,
wijntje.
De volgende dag rij ik eerst naar Trevelin, om vervolgens een
ander deel van het park te bezoeken. Een stuwmeer met een
krachtcentrale, altijd interessant om te zien hoe temidden van
imposante bergen er energie opgewekt wordt met water. Daarna terug
naar Trevelin, een dorp dat aan het eind van de negentiende eeuw is
gesticht door emigranten uit Wales. Veel straatnamen herinneren nog
aan de pioniers van het eerste uur. John Daniel Evans was er zo een
en zijn kleindochter heeft een heel fraai en interessant museum
ingericht, een replica van het huisje van John Evans, met huisraad,
foto’s en werktuigen uit die tijd en een indrukwekkende verzameling
literatuur. Ze vertelt me enthousiast over haar grootvader en de
avonturen met de Tehuelche indianen. Bruce Chatwin is er ook geweest
voor zijn boek (het standaardwerk) ‘In Patagonia’. Ze vond hem maar
een vervelend ventje.
Terug in Esquel ververs ik de motorolie, want het blokje begint
te klinken als een koffiemolen. De avondmaaltijd was weer eens
geweldig: spaghetti met gerookte zalm, een flesje Norton, als toetje
een ijs met verse vruchten en als afsluiter een geurige espresso.
Soms zit met mee...
Datum: 3 februari 2007 Kilometerstand: 21.712
Esquel is aangenaam, maar reizen betekent dat je niet te lang
ergens moet blijven plakken. Voort ga ik en als ik Esquel achter me
laat zie ik in de verte ‘La Trochita’ stoom afblazen. De rit
verloopt voorspoedig. Ik tank in Tecka en bezoek met mausoleum van
de Cacique (indianenopperhoofd) ‘Inacayal’. Om half vijf stop ik in
Gobernador Costa en sla mijn tentje op. Camping municipal, geen kip
te bekennen, ik dump mijn spullen en ga het dorp in voor een biertje
tegen de dorst. De parilla waar ik des avonds eet, is ook weer
bijzonder: een oude man bedient, gooit lappen vlees op het vuur en
schept op. Zoveel je wilt, inclusief salade. De prijs? 20 pesos. Ik
betaal 30 pesos en keer terug naar mijn tent. Een stelletje mafkezen
houden me uit de slaap en na enige onbeschaafde hollandse vloeken
wordt het enigszins rustig en val ik in slaap.
Datum: 4 februari 2007 Kilometerstand:
21.870
Bij het benzinestation geniet ik van drie smakelijke croissants
en om 8.30 uur knetter ik het dorp uit.
De eerste 30 kilometer zijn nog asfalt en het
is behoorlijk fris. En dan begint hij weer: de Ruta 40 -
ripio van de allerslechtste kwaliteit. Om 16.00 uur heb ik 160 kilometer gereden
en ben volkomen gesloopt. In Alto Rio Sequier stop ik voor een
cola en twee pancho’s en informeer naar een hotel. Helaas, pindakaas, er zijn wel
hotels, maar die zijn gesloten. Dan maar snel verder voor de
volgende 90 km naar Rio Mayo.
De weg is
iets beter en op sommige stukken kan ik 40 a 50 km/uur rijden. Het
landschap is imposant: ledig, met woeste luchten en vreemde
wolkenformaties en links en rechts heuvels. De besneeuwde bergtoppen
zijn uit het zicht verdwenen. De tijd heeft hier 90 miljoen jaar
stil gestaan. Ik rij door een grote vallei en de lucht is betrokken
met grijze wolken. Ik fotografeer het gat in de ozonlaag. Om kwart
voor negen kom ik Rio Mayo aan en ik betrek een kamer in hotel
‘Aka-Ta’. Morgen een rustdag en werken aan de brom, de fietstas
repareren en e-mails en foto’s versturen.
Na het organiseren van de bestanden op de
laptop, verken ik Rio Mayo. Het stormt, de bomen staan krom en de
lucht is vol stof en zand. Ik bezoek het VVV, de meisjes zijn
aardig, maar weten niets: ik wil met name weten waar er benzine
getankt kan worden, want de afstanden zijn hier gigantisch. In mijn
tank gaat 5 liter en ik heb een extra bidon van 6 liter, daarmee kan
ik ongeveer 350 km rijden. Maar de gehuchten liggen hier heel ver
van elkaar en bij 100 km tegenwind, is de snelheid 20 km/uur en het
verbruik 1:20. Bij het hotel controleer ik de kilometerteller, want
die doet het niet. Vervolgens wil ik internetten, maar er is geen
verbinding. Op mijn hotelkamer wil ik mijn fietstas repareren, maar
er is geen licht. Dan maar een avondmaaltijd: pollo a la piedra - al
even matig als het hotel.
Datum: 6 februari 2007 Kilometerstand: 21.870 (kilometerteller stuk)
Na een ontbijt met de vieste koffie sinds maanden, repareer ik eerst
alsnog de fietstas en ga dan naar het postkantoor om twee pakketjes
te versturen. De dienstdoende PTT’er accepteert de aangeboden
stukken niet, want ik heb sellotape gebruikt en dat is ten
STRENGSTE VERBODEN. Dan maar langs het pompstation voor benzine en
drie media lunas en op pad. Ik dacht dat het minder waaide dan gisteren,
maar dat valt vies tegen. Het is ook bewolkt en ik trek alles
aan wat ik heb. De ripio is redelijk, maar tegen de wind in, is
alleen rijden in de tweede versnelling mogelijk. Na 100 km wordt het
heuvelachtig en komen de toppen van de cordillera, als fata
morgana’s, weer in zicht. De laatste 10 kilometer naar Perito Moreno
zijn asfalt en ik heb het hele stuk met de wind recht van voren
gereden. Ik snak naar een hotel, maar alles is dicht/vol/gesloten.
Dan maar naar het VVV en zij bellen Camping Vial en daar is nog
plaats. Ik rij er naar toe en inderdaad, een grote kamer met 2
stapelbedden en een grote badkamer. Ik duik in bed en kom er niet
meer uit. Ik heb een koudje gevat en de kilometerteller doet het ook
niet.
Datum: 7 februari 2007
Ik ben om 7.45 wakker, snuit 10 x mijn neus en constateer dat het
nog steeds verschrikkelijk waait. Ik rook een sigaret en duik mijn
bed weer in. Later op de ochtend ga ik naar het centrum om een
nieuwe poging te doen de pakketjes te versturen. Dat lukt. Het waait
nu echt idioot hard en in ‘El Buen Gusto’ trakteer ik mezelf op
gebak en koffie. ‘s Middags kijk ik opnieuw de kilometerteller na en
ik zie dat er drie schroefjes zijn verdwenen. In de ijzerwinkel vind
ik er drie, die weliswaar te lang zijn, maar dat los ik wel op. De
kilometerteller blijkt niet te werken omdat de twee sleepnokken niet
mee genomen worden. Ik verbuig ze en de boel werkt weer. Met een
stukje benzineslang maak ik de drie schroeven bruikbaar om de teller
vast te zetten. Ook weer geklaard. Ja, je moet een beetje handig
zijn in deze contreien. In ‘El Buen Gusto’ lekker gegeten.
Datum: 8 februari 2007 Kilometerstand:
22.206
Ik word pas om 10.30 uur wakker, pak mijn boeltje in en rij naar
Ruth van ‘De Goede Smaak’ voor de espresso en de halve maantjes.
Voor onderweg koop ik twee empenadas en drie media lunas en drie
flesjes water. En daar gaan we weer. De eerste 50 km zijn asfalt en
ik heb de wind mee! Na een uur zit ik weer op de ripio en het
landschap wordt nu echt spectaculair. Af en toe stop ik voor een
wandeling en maak foto’s van het landschap. Om 18.00 kom ik aan in
Bajo Caracoles. Een gehucht van 15 huizen, een hotel en een
politiepost. Ik maak mijn ronde door het dorp en tref twee
motorrijders, die panne hebben. Een verrot achterwiel. Ik drink
biertje met de locals in het hotel en ga slapen.
Datum: 9 februari 2007 Kilometerstand:
22.265
De wekker staat op 7.30, maar het is nog
ijskoud op die tijd en ik duik nog even dieper in mijn slaapzak. Als
de zon verschijnt, sta ik op en neem
een ontbijtje. Na 15 km kom ik er achter dat
ik de camping niet betaald heb. Maar het is nog 237 km naar
Gobernador Gregores en ik besluit om niet terug te keren. Dat lossen we
later wel op. Onderweg vermaak ik me met het gordeldier en aan het
begin van de avond ben ik in Gobernador Gregores. Als ik aankom in het
centrum staan daar de motoren van Axel en Cyrus, die ik gisteren in
Bajo Caracoles heb ontmoet. De motor van Cyrus heeft
versleten lagers en ze hebben hier zowaar een nieuwe set weten te
bemachtigen. Zij rijden op grote motoren (Honda Varadero en Cyrus op een Honda
XR 600) en waren nogal verbaasd toen ze mijn motito zagen. Ik snap
dat niet, die van mij heeft ook twee wielen en een motor... We spreken
af om op dezelfde camping te overnachten en daarna met elkaar te
eten. Axel is marketing manager van HP in Chili en Cyrus is een
cross rooky, die waar ook ter wereld alleen maar wil raggen op zijn
Honda. Bij het avondeten schuift een Argentijn aan en het wordt een
genoeglijke avond.
Datum: 10 februari 2007 Kilometerstand:
22.451
Ik wil de camping betalen, maar ze hebben
niet terug van 100 pesos, dus voor de tweede keer vertrek ik zonder
te betalen. Ik koop enige mondvoorraad in de supermarkt en ontbijt 5
kilometer buiten het dorp. Als ik zit te eten, komen Axel en Cyrus
voorbij. Ik vervolg mijn weg: het is
aangenaam, bijna geen wind en
de ripio is van een goede kwaliteit. Het landschap is magisch, niet
voor niets zie ik hier figuren van diverse pluimage op grote motoren
rijden, alsook Landrovers en M.A.N. trucks, bijna allemaal met een
Duits kenteken. Tegen de avond arriveer ik in Tres Lagos en zet mijn
tent op. Na een rondje door het dorp gelopen te hebben, ga ik op
zoek naar voedsel. De vrouw van een comedor wijst me een huis aan de
overkant aan. In de woonkamer, tevens keuken, worden zes empenadas
voor me gemaakt, voor 7 pesos. Ik koop twee biertjes en eet samen
met de dorpshond het maaltje op. Slapen, morgen naar El Chalten en
de Cerro Fitzroy om Han Donkers in Canada lekker te
maken.
>> Argentinië - de
Ruta 40 - 2
|