De weg van Chos Malal naar Barrancas

Junin de los Andes - San Rafael

  - Mijn reis

  - Uw reis

  - Hun reis

  - Foto's (50)

 

Datum: 29 maart 2007  
Kilometerstand: 26.263

Het was aangenaam in Chos Malal, maar ik ben gisteren toch vertrokken. En eindelijk weer eens een lekke band. En na de plaksessie, 1150 meter verder, weer een lekke band. Dat zijn de momenten van ultiem geluk. Windkracht 9, de brom waait om en alles wat verder los zit, waait weg. Het achterwiel laat zich niet monteren, aan de horizon dreigt een donkere lucht en het vulkaan-landschap doet vermoeden dat een Argentosaurus elk moment tevoorschijn kan komen.

Maar nee hoor, onderweg een paar drupjes, om 19.00 uur een tussenstop in Buta Ranquil (voor een Pepsi met ijs) en dan in de schemer de laatste 35 km naar Barrancas, op de grens met de provincie Mendoza.

Het is donker als ik Barrancas nader en ik rij heen en weer om de ingang van het dorp te vinden. Niet de twee meisjes van het hospedaje, maar van het huiskamerrestaurant Dan zie ik een bord met ' 100 meter hospedaje' . Ik rij er heen en twee meisjes zijn zeer behulpzaam. Ze schrijven me in en wijzen me mijn kamer. Knusse kamer, met douche, goed bed en leeslampje. Aan de overkant kan ik eten (een milanesa met een Andes bier) en als ik later terugkom zit de vader op me te wachten. Aardige man, we kletsen wat en ik ga slapen.

Vandaag lang geslapen (het is hier zo ontieglijk stil, dat je geen benul van tijd hebt). Het regent en dat is zeldzaam hier. Het water stroomt door de ongeplaveide straten, honden blaffen, kippen kakelen en hanen kraaien. Het Argentijnse platteland.

Vanmiddag heb ik nog maar een tukje gedaan en om 17.00 uur een kopje koffie gedronken in een huis, waar de eigenaar van de hospedaje me naartoe heeft gebracht. Ik zit nu in de bibliotheek van Barrancas te internetten en ga straks een hapje eten in de huiskamer. Ik heb nog een halve fles wijn uit Chos Malal (van de Club del Vino), die ga ik lekker opdrinken. Als het morgen droog is ga ik de omgeving verkennen. Er is een laguna, een arroyo en op 3 kilometer stroomt de rivier. Van die dingen.

Datum: 31 maart 2007
Kilometerstand: 26.500
 


Onderweg tussen Chos Malal en Barrancas Als ik Barrancas wil verlaten is mijn achterband weer leeg. Ik plak de band en rij verder noordwaarts over de Ruta 40 richting Malarguë. Het landschap is van een prehistorische pracht: zwarte lavavelden, uitgedoofde vulkanen en bergen met kleustrepen. Om 18.00 uur zie ik een bord langs de weg ‘Hosteria El Manzano’. Ik keer om en rij de weg op om 3 kilometer later aan te komen bij een gehucht van een paar huizen, een school, een generatorstation en de hosteria. De hosteria is heel prettig en ernaast drijft Horacio, de eigenaar, een winkeltje waar je alles kunt kopen wat een mens in zijn leven mogelijk nodig heeft. Ik blijf hier twee dagen en pleeg groot onderhoud aan de brommer. Mijn voorwiel heeft speling op de voorvorkschommelarmbussen en de band loopt aan. Maar ik kan het probleem niet oplossen, waarschijnlijk zijn de lagers versleten. Na twee dagen genieten in El Manzano is het tijd om weer Alles wat de campesino nodig heeft, vindt hij in de winkel van El Manzanoverder te reizen: Bardas Blancas, Manqui Malal en Malarguë. Onderweg bezoek ik de ‘Cueva de las Brujas’ en wordt de weg versperd door een kudde geiten. In Malarguë bezoek ik eerst de VVV en met een plattegrond ga ik op zoek naar een hotel. Veel hotels zijn dicht, omdat het toeristenseizoen voorbij is. Uiteindelijk beland ik in hotel Cisne. Veel te duur voor de geboden kwaliteit, maar ik ben het zoeken even beu. Na de douche en het ontbijt zie ik dat de lucht betrokken is. Het regent niet, maar dat zal spoedig veranderen. Grote zwarte wolken pakken samen en het begint hard te waaien en te plenzen. Ik rij door de grote open vlakte en zoek een plek om te schuilen. Achter het bidstalletje met het beeldje van ‘Virgen Schonstadt’ wacht ik een uur totdat het weer opklaart. Het laatste stuk naar San Rafael heb ik windje mee en als ik in San Rafael aankom en drie hotels heb bezocht, die allemaal vol zitten, blijkt dat het ‘Semana Santa’ is (paasweekend). Alle Argentijnen die de financiële crisis van 2001 overleefd hebben, trekken er op uit en alles is vol geboekt. Ten einde raad wend ik mij tot het ‘oficina de turismo’ en zowaar na een telefoontje vinden ze een kamer voor me in hotel Espańa. Ik rij er naar toe en de kamer in het oude koloniale gedeelte wordt klaargemaakt. Het is niet veel soeps, maar slapen doe je met je ogen dicht. De volgende dag vertelt de man van de lobby dat er een journalist komt om me te interviewen. Twee dagen later prijk ik op de voorpagina van ‘Diario San Rafael’.  
http://www.diariosanrafael.com.ar/nota.php?id=8878

Zo zien alle straten in San Rafael er uitSan Rafael is een bijzondere stad. Voor het eerst heb ik een soort gevoel van ‘thuis’ te zijn. Langs alle straten lopen irrigatiegoten en op gezette tijden klotst het water van de Rio Atuel door de straten om alles schoon te spoelen en de vele bomen van H2O te voorzien. De mensen zijn supervriendelijk, ik geniet van de voortreffelijke keuken van restaurant ‘El Restauro’ en het verkeer is een bonte mengeling van auto’s, pick-ups, motoren en brommers die de laatste vijftig jaar geproduceerd zijn. Ik blijf een week in San Rafael, maak de wijnfeesten mee, repareer de voorvork en besluit om er terug te keren.

Maar eerst: naar het Noorden!



>> Argentinië - Mendoza: motor in de puinpoeier


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

  

©  2008 - El Rey del Ripio

 This Web Page Created with PageBreeze Free Website Builder